Vrijdag 29 juli: Opgesloten dorp |
Peter blogt | |
vrijdag 29 juli 2011 21:45 | |
Op een hete asfaltweg aan de rand van het dorp Koufr Kadoum staan we te spelen tussen een klappende menigte Palestijnse mannen. Honderd meter verderop is de weg afgesloten door rollen prikkeldraad en tientallen Israëlische soldaten in een dichte rij. Daarachter ligt de Israëlische settlement Kodomin. Het is de hoofdweg naar Nablus. Sinds 2003 mogen de bewoners er geen gebruik meer van maken. De loco-burgemeester loopt met twee Fanfareleden naar de kop van demonstratie. Er zou een gesprek plaatsvinden tussen hem en de plaatselijke commandant. Maar dan knalt een traangasgranaat tegen zijn arm. Koufr Kadoum is een dorp met 5000 inwoners op 13 kilometer afstand van Nablus. Iedere week na het vrijdaggebed lopen de bewoners naar de afzetting. Om een mogelijk checkpoint dat demonstranten van buiten de dorp moet tegenhouden voor te zijn, vertrekken we om zes uur 's ochtends met een gehuurde bus vanaf ons hotel in Nablus. Onze reis is 28 kilometer, over een weg die deels door het dorp zelf is geasfalteerd om nog een behoorlijke verbinding met de buitenwereld te behouden. Abu Musab, de loco-burgemeester, ontvangt ons om zeven uur hartelijk op het gemeentehuis en gaat thee en koffie voor ons zetten. Hij is zichtbaar blij met de steun van buiten. Abu Musab is een kleine, vriendelijke, zachtaardige man van middelbare leeftijd. Ook na jaren van vernedering blijft hij vasthouden aan geweldloos verzet. Het grote conflict kun je hier niet oplossen. Het gaat om de praktische dingen in het dagelijks leven. Daarom is er iedere vrijdag de mars naar de wegblokkade. En dus lopen we vandaag op het heetst van de dag met honderden inwoners, allemaal mannen, en enkele internationals, camerateams en fotografen de 300 meter richting afzetting. Na afloop nodigt Abu Musab ons en de andere buitenlandse aanwezigen uit, na een lunch, voor een gesprek over de gang van zaken. Hij wil graag van ons horen hoe wij vinden dat het beter of anders kan. Iemand merkt op dat jongeren beter onder controle moeten komen. Ze willen misschien vechten omdat ze het idee hebben dat praten niet helpt. Er wordt gevraagd of mensen door dit soort rellen nog wel zullen komen demonstreren. Abu Musab zegt dat ze iedere week terugkomen. De volgende vrijdag is een demonstratie van alleen kinderen gepland. De week daarop een van vrouwen.
|